120 research outputs found

    Haalbaarheid van LED-tussenbelichting bij roos: praktijkonderzoek op Marjoland

    Get PDF
    Doelstelling van dit onderzoek is een mechanische aanpk van tussenbelichting bij roos, waarbij onderscheid werd gemaakt tussen groeilicht-, stuurlicht- en temperastuureffecten binnen een gewas

    Interplant competition as a biasing factor in evaluating pre-treatment effects in cucumber

    Get PDF
    Schapendonk, A.H.C.M. and Spitters, C.J.T., 1984. Interplant competition as a biasing factor in evaluating pre-treatment effects in cucumber. Scientia Hortic., 24: 115--122. Evaluation of effects of different environmental conditions on plant growth may be seriously biased by interplant competition if treatment plots are not well-bordered. This is shown with an experiment where low- and high-light pre-treated cucumber plants were grown for 6 weeks in a mixture, either in a shaded or in an unshaded glasshouse compartment. In these mixed stands, the high-light pre-treated plants, compared to the low-light pre-treated plants, produced 80 % more leaf area in the shaded compartment and 40 % more leaf area in the unshaded compartment. However, when both pre-treat-ments were not mixed but grown separately, as in grower's practice, the calculated advantage of high-light pre-treatment with respect o leaf area development appeared to be only 15 % (shaded) and 5 % (unshaded). With an explanatory growth model, it is shown that in a mixture, the absolute differ-ence between the components increases in time due to interplant competition, but that the percentage difference remains constant in time and therefore corresponds with the difference in initial status. Deviations from constancy of percentage difference occur in favour of types with a greater plant height or producing a greater leaf area per unit biomass than their competitors

    Effecten van luchtvochtigheid, temperatuur en CO2 op de fotosynthese van Cymbidium

    Get PDF
    Het onderzoeksbedrijf Plant Dynamics heeft bij Cymbidium in maart, mei en in juli 2003 fotosynthesemetingen uitgevoerd bij de mid-bloeiende cultivars Rijsenhout en Freeke. Met de apparatuur was het mogelijk om de effecten van licht, CO2, temperatuur en r.v. op de fotosynthese te bestuderen. Het bleek dat de hoogste fotosynthese bij het 2e of 3e blad van een nieuwe scheut gevonden werd. Vergeleken met andere gewassen is de fotosynthese wel laag, voornamelijk door de grote weerstand van de huidmondjes. De fotosynthese nam in de ochtend snel toe, maar nam af in de middag a.g.v. het sluiten van de huidmondjes. Het tijdstip van de afname ging gepaard met een verhoging van de bladtemperatuur; boven de ca. 280C gebeurde dit al tussen 12 en 14 uur. Bij verlaging van de bladtemperatuur steeg de fotosynthese weer. De optimum bladtemperatuur voor de fotosynthese lag tussen de 24 en 260C. CO2 had een groot effect op de fotosynthese: de verhoging was 33 tot 100% (afhankelijk van het lichtniveau) bij een verhoging van CO2 van 400 => 800 ppm. Hoge concentraties in de vroege morgen remden echter de fotosynthese. Naar aanleiding van deze constatering werd later een uitvoerig experiment verricht in klimaatkamers (zie verderop). Hoewel een verlaging van de r.v. in het meetcuvet een relatief gering effect op de fotosynthese had, valt een lage r.v. bij hoge kas- en bladtemperaturen niet geheel uit te sluiten als oorzaak voor de huidmondjessluiting. Om meer duidelijkheid te krijgen over het belang van RV dan wel temperatuur werden aanvullende experimenten verricht in klimaatkamers. Bij temperaturen van 30 0C en 23 0C en verschillende RV’s werd de fotosynthese gedurende meerdere dagen geregistreerd. De resultaten bevestigen de conclusie uit de kasproef dat de verlaging van de fotosynthese voornamelijk wordt veroorzaakt door hoge temperatuur. Het herstel na een periode van hoge temperatuur lijkt bevorderd te worden door een hoge RV. Hoewel het belang van een hoge RV dus minder is dan dat van temperatuurmatiging werd bij 30%-40% RV wel een verlaging van de fotosynthese geconstateerd (ongeveer 25%). Deze verlaging was echter snel opgeheven als de RV verhoogd werd. In de klimaatkamers werden tevens experimenten verricht met verschillende CO2 concentratie. Cymbidium reageert zeer positief op een CO2 verhoging tot ongeveer 800-1000 ppm. De vraag was of een hoge CO2 concentratie in de ochtend de huidmondjesopening zou verhinderen. Uit experimenten in de kas waren daarvoor aanwijzingen gevonden. Detail studies in de klimaatkamer konden dit niet bevestigen en een hoge CO2 concentratie in de ochtend was geen belemmering. Mogelijk heeft een lage temperatuur in de ochtend de remming in de kasproef veroorzaakt. De resultaten zijn overeenkomstig maar ook een uitbreiding op eerder verkregen resultaten bij Cymbidium. Aanwijzingen voor optimale teeltomstandigheden worden gegeven

    Marges voor watergebruiksefficiëntie bij veldgewassen

    No full text
    • …
    corecore